Het is inmiddels alweer anderhalf jaar geleden sinds de laatste versie van onze Verklarende Woordenlijst voor WordPress beginners. Hoog tijd voor een update dus! Hiermee heb je altijd een Nederlandstalige lijst voor de belangrijkste WordPress begrippen inclusief uitleg achter de hand.
Verklarende woordenlijst voor WordPress beginners (2021)
a11y: A11y is een acroniem voor accessibility, oftewel toegankelijkheid. De 11 vertegenwoordigt de 11 letters tussen de a en de y om het woord korter te maken, wat met name op sociale media heel handig is. Het A11y Project is een initiatief om het web toegankelijker te maken.
Admin: Een admin is iemand die 100% toegang heeft tot je WordPress Dashboard. Dat betekent dat hij of zij toegang heeft tot je thema, berichten, instellingen, etc. Met andere woorden: de admin heeft de meeste rechten van alle gebruikersrollen. Als je je WordPress blog in je eentje beheert, dan heb jij alleen admin rechten. Maar werk je bijvoorbeeld samen met een webdesigner, dan zou je die ook admin rechten kunnen geven.
AJAX: AJAX (Asynchronous Javascript en XML) is een verzameling van technieken die het mogelijk maken om een webpagina met een server te laten communiceren, zonder dat de pagina opnieuw geladen hoeft te worden. Met AJAX kunnen applicaties op het internet data uitwisselen met de server, zonder dat ze de bestaande webpagina verstoren.
Apache: Apache is de meest gebruikte web server software, ontwikkeld en onderhouden door Apache Software Foundation. Het betreft open source software die gratis beschikbaar is.
API: Een API of Application Programming Interface is een software intermediair die programma’s in staat stelt om met elkaar te communiceren en data met elkaar te delen, op duidelijk gedefinieerde manieren.
Atom: Atom is een gratis, open source tekstverwerker die speciaal is ontwikkeld voor programmeren. Meer informatie is te vinden op https://atom.io/.
Avatar: Een avatar is een afbeelding of illustratie die verwijst naar een personage die een online gebruiker vertegenwoordigd. In de meeste gevallen betreft het een vierkant of rond kader dat naast de gebruikersnaam wordt weergegeven.
Backlink: Binnenkomende links naar een webpagina. Zoekmachines beschouwen backlinks als een ‘reputatie-bouwer.’ Hoe meer kwalitatief hoogwaardige backlinks een site heeft, hoe beter deze doorgaans scoort in zoekmachines. Lees ook: 25 tips om goede backlinks naar je WordPress site te krijgen.
bbPress: bbPress is gratis, open source software die op WordPress is gebouwd en speciaal is ontwikkeld om forums op websites te creëren.
Beta: Een pre-release van software die aan een groep gebruikers beschikbaar wordt gesteld, zodat zij de betreffende software onder echte omstandigheden kunnen testen. Beta versies verschillen doorgaans qua uiterlijk en functioneren niet veel van het eindproduct; echter worden er vaak nog kleine aanpassingen gedaan om de software te verbeteren voor de officiële release.
Blok: Blok (of block, als je de Engelse WordPress versie gebruikt) is de abstracte term die gebruikt wordt voor het beschrijven van eenheden van opmaak die samengevoegd de content of layout van een webpagina vormen. Wat we eerder in WordPress bereikten met behulp van shortcodes en custom HTML, doen we nu met Gutenberg blokken.
Categorieën: Categorieën zijn niets meer dan een manier om je WordPress berichten te ordenen. Categorieën zijn de minst specifieke manier voor het ordenen van je WordPress berichten, maar ook het makkelijkst voor je bezoekers om te begrijpen en te volgen.
Child Thema: Een child thema is een subthema dat de functionaliteit, stijlen en features van het parent thema ‘erft.’ Het voordeel van een child thema is dat je het parent thema kunt updaten zonder dat de aanpassingen die bij het child thema zijn gemaakt worden beïnvloed.
Lees ook: Wat is een child thema en waarom zou je er één gebruiken?
CMS: CMS is de afkorting voor Content Management Systeem. Een CMS maakt het makkelijker voor mensen zonder technische kennis om zelf hun websites te beheren en content te plaatsen. WordPress is een van de meest populaire en meest gebruikte Content Management Systemen.
Cookies: Cookies zijn kleine bestandjes met data die door een website worden verstuurd en in de browser van de gebruiker worden opgeslagen. We onderscheiden verschillende soorten cookies, waaronder cookies die:
- De inloggegevens van een gebruiker onthouden;
- Informatie onthouden, zoals de producten die een gebruiker op een website bekeken heeft;
- Informatie opslaan over het surfgedrag van de gebruiker;
- Statistische gegevens van bezoekers verzamelen.
Tegenwoordig is elke onderneming verplicht om eerst expliciet toestemming te vragen aan de bezoeker alvorens zij cookies mogen opslaan. Cookies waarvoor je eerder toestemming hebt gegeven, kun je indien gewenst later altijd weer verwijderen. Kijk hiervoor bij de instellingen van je browser.
Cowboy Coding: Cowboy Coding verwijst naar het maken van aanpassingen in de code op een live website, in plaats van op een testsite.
cPanel: De merknaam voor een specifiek type gestandaardiseerd webhosting controlepaneel, dat gebruikt wordt in een gedeelde Linux webhosting omgeving. Meer informatie is te vinden op https://cpanel.com/.
CSS: CSS (Cascading Style Sheets) is een taal die wordt gebruikt om het uiterlijk en de opmaal van HTML documenten te definiëren. WordPress thema’s maken gebruik van zowel HTML als CSS. Elk WordPress thema bevat een style.css document waarin alle ‘stijl-regels’ staan voor dat betreffende thema. CSS is vrij simpel te gebruiken en te leren. Met een beetje basiskennis kun je zelf het uiterlijk en de opmaal van je thema aanpassen.
Custom Post Types: Een Custom Post Type is een soort bericht dat anders is dan een blogpost of een pagina. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld Evenementen, Reviews of Tutorials. Custom Post Types zijn vooral handig als je extra informatie wilt toevoegen of iets specifieks wil doen met alleen dat type berichten. Bijvoorbeeld als je een archief wil maken met alleen maar film recensies. Een Custom Post Type is hier ideaal voor.
Lees ook: Custom CSS toevoegen aan WordPress: 4 methodes.
Customizer: Een tool die in de WordPress Core is geïntegreerd en compatibel is met de meeste moderne thema’s. Je kunt de Customizer gebruiken om veel uiterlijke instellingen van je website te bekijken en aan te passen.
Dashboard: Je Dashboard is in feite de ‘thuisbasis’ van je website of blog en mag dus zeker niet ontbreken in onze Verklarende Woordenlijst voor WordPress beginners. Hier kun je alles vinden dat je nodig hebt om je blog te beheren.
Lees ook: 7 gratis WordPress plugins voor extra Dashboard features.
DDoS: Een DDoS (Distributed Denial of Service) aanval is een aanval op een website die wordt uitgevoerd met behulp van bots. Tijdens zo’n aanval wordt fake webverkeer gegeneerd om de server overbelast te laten raken en de website te laten crashen.
DNS: DNS is een acroniem voor Domain Name System – hoe je een door mensen leesbaar adres toewijst aan de exacte numerieke gecodeerde locatie van een website.
Domeinnaam: Een domeinnaam is de naam de gebruikt wordt om een website op het internet te definiëren. Aan de ‘achterkant’ worden websites geassocieerd met IP-adressen; numerieke adressen die je browser vertellen waar op het internet de website gevonden kan worden. Zulke adressen zijn natuurlijk lastig voor mensen om te onthouden, en daarom heeft elke website een corresponderende domeinnaam. Zie het maar als de menselijke, leesbare versie van het IP-adres. Onze domeinnaam is wphandleiding.nl.
Favicon: De favicon is het kleine icoontje dat in de tabbladen van je browser wordt weergegeven. Het betreft meestal een gesimplificeerde versie van het logo en zorgt ervoor dat je website makkelijker te herkennen en terug te vinden is als een gebruiker meerdere tabbladen open heeft staan. Maar de favicon is de laatste jaren nog belangrijker geworden, want de site icoontjes zijn ook zichtbaar in de (mobiele) zoekresultaten. Gelukkig kun je sinds WordPress 4.3 kun je via de Customizer heel gemakkelijk een favicon uploaden. Heb je geen Photoshop, Illustrator of soortgelijke software om zelf een favicon te ontwerpen? Dan kun je een favicon generator plugin voor WordPress gebruiken. Lees ook: Hoe maak je een favicon voor je WordPress website?
Footer: De term ‘footer’ verwijst doorgaans naar het onderste gedeelte van een webpagina. Deze bevat doorgaans specifieke informatie zoals copyright vermeldingen, links naar het privacy beleid, enzovoorts. De footer kan ook broncode bevatten om scripts in te sluiten die door de WordPress thema-ontwikkelaar gebruikt worden.
FTP: FTP (File Transfer Protocol) is een internet protocol dat gebruikt wordt om bestanden over het internet te ‘vervoeren’ van de ene computer naar de andere. Om een voorbeeld te geven, als je een WordPress blog hebt dan gebruik je vaak FTP om alle bestanden vanaf je computer naar de server up te loaden.
Lees ook: De 5 beste FTP-clients voor WordPress gebruikers.
Functions.php: Functions.php is een template bestand dat wordt gebruikt door WordPress thema’s en bedoeld is om de standaard functionaliteit van een thema en de WordPress installatie uit te breiden. Het bestand wordt automatisch geladen en wordt doorgaans gebruikt voor het definiëren van functies, klasses, acties en filters. Lees ook: Een introductie tot Functions.php
Git: Git is een gratis en open source gedistribueerd versie-controlesysteem, ontworpen om zowel kleine als zeer grote projecten snel en efficiënt aan te pakken. Git is makkelijk te leren. De meeste moderne thema’s en plugins worden met behulp van dit versie-controlesysteem ontwikkeld. Meer informatie is te vinden op https://git-scm.com/.
Github: Github is een website met online implementaties van git repositories die eenvoudig door andere ontwikkelaars kunnen worden gedeeld, gekopieerd en aangepast. Meer informatie is te vinden op https://github.com/
Gravatar: Gravatar is een acroniem voor Globally Recognized Avatar. Het is het avatar systeem dat door WordPress.com wordt beheerd.
Lees ook: Een korte introductie tot Gravatars.
Gutenberg: Gutenberg is de WordPress editor die in december 2018 werd uitgerold en de Klassieke Editor vervangt. Gutenberg biedt een nieuwe methode om pagina’s en blogposts te bouwen en maakt gebruik van ‘blocks’ in plaats van shortcodes en custom HTML.
Hosting: Je host is de server of locatie waar alle bestanden en alle content voor je blog worden opgeslagen. Zie het maar als een kluis voor je website. Je host zorgt ervoor dat alle bestanden beschikbaar zijn op het internet.
.htaccess: .htaccess is een configuratiebestand dat gebruikt wordt op webservers waar de Apache Web Server software op draait.
HTML: HTML is een acroniem voor Hyper Text Markup Language. Het is een scripttaal die wordt gebruikt bij het ontwikkelen van websites.
HTTP: HTTP is an acronym for Hyper Text Transfer Protocol. HTTP is het onderliggende protocol dat door het World Wide Web wordt gebruikt. Het definieert hoe berichten worden geformatteerd en verzonden, en wat voor acties webservers en browsers moeten nemen in respons op verschillende commando’s.
HTTPS: HTTPS is een acroniem voor Hyper Text Transfer Protocol Secure. HTTPS is de beveiligde versie van HTTP. De ‘S’ op het einde staat voor ‘Secure.’ Dat betekent dat alle communicatie tussen je browser en de website versleuteld is. Dit is met name belangrijk voor het beschermen van gevoelige data, zoals bankgegevens.
iFrame: iFrame is een acroniem voor inline frame. Een iFrame wordt op een webpagina gebruikt om een ander HTML document te laden en te renderen. Dit HTML document kan ook JavaScript en/of CSS bevatten, wat wordt geladen op het moment dat de <iframe> tag door de browser van de gebruiker wordt gelezen.
IP-adres: IP staat voor Internet Protocol. Een IP-adres is een adres van de hardware van je netwerk. Het is noodzakelijk om je computer aan andere apparaten op je netwerk te verbinden. IP-adressen bestaan uit een cijfercombinatie, zoals 906.757.24.666. Alle apparaten die in staat zijn om verbinding te maken met internet hebben een uniek IP-adres nodig. Dat betekent dat er miljarden IP-adressen in omloop zijn. Wil je weten wat jouw IP-adres is, dan kun je dit achterhalen op de website https://www.whatismyip.com/
JavaScript: JavaScript of JS is een object-georiënteerde programmeertaal die veel wordt gebruikt om interactieve effecten op websites te creëren. Hierbij kun je denken aan sliders, knoppen, popups, enz. WordPress maakt, evenals WordPress thema’s en plugins, gebruik van Javascript in combinatie met andere scripttalen en programmeertalen om snellere, interactievere en betere webapplicaties te creëren.
jQuery: jQuery is een open source JavaScript bibliotheek die ontwikkeld is om client side scripting voor HTML te vereenvoudigen. Het werkt in alle grote browsers en wordt gebruikt voor het bouwen van o.a. sliders, lightbox popups, fotogalerijen en animaties.
localhost: Wanneer men spreekt over localhost, dan wordt er in feite verwezen naar ‘deze computer’. Elke computer die met het internet is verbonden heeft een eigen IP-adres, dat bestaat uit een serie cijfers die door puntjes gescheiden zijn. Als je een URL in je browser intypt, dan maak je via dat IP-adres verbinding met een ‘host’ computer ergens op de wereld. Die computer serveert de webpagina die je hebt opgevraagd. Als je ‘localhost’ in je browser intypt, dan weet je browser dat je verbinding wilt maken met de computer die je op dat moment zelf gebruikt. Je localhost heeft ook een eigen IP-adres. Dit maakt het mogelijk om zonder internetverbinding websites te ontwikkelen en te testen. Dit gebeurt dus in een lokale serveromgeving.
Media Bibliotheek: De Media Bibliotheek is de plek waar al je media bestanden worden opgeslagen: je foto’s, video’s, audio bestanden, documenten, enzovoorts. Elke keer dat je een bestand toevoegt aan een blogbericht, wordt deze ook automatisch opgeslagen in je Media Bibliotheek. Dat is ideaal, want zo kun je bijvoorbeeld heel snel media bestanden terugvinden die je elders al hebt gebruikt. Of fotogalerijen maken. Dit bespaart je tijd én opslagruimte, omdat je dan niet steeds hetzelfde bestand opnieuw hoeft te uploaden als je het op meerdere plekken wilt gebruiken. Lees ook: 5 plugins voor het organiseren van je WordPress mediabibliotheek.
Metadata: Metadata is, simpel gezegd, informatie over informatie. Dit is het makkelijkst uit te leggen aan de hand van een afbeelding. Kijk maar eens in de Mediabibliotheek van je WordPress site. Elke afbeelding die daar staat, bevat allerlei gegevens, zoals een alternatieve tekst, een titel en een bestand URL. Vaak staan daar ook nog aanvullende gegevens bij, zoals het onderschrift en een beschrijving van wat er op de afbeelding staat. Metadata is in dit voorbeeld dus alle informatie over de afbeelding. Ook een blogbericht heeft zijn eigen metadata; die bevat informatie over bijvoorbeeld de auteur, de publicatiedatum, de revisies, de categorieën en tags. Metadata kan ook verwijzen naar informatie over webpagina’s. De ‘meta title’ en ‘meta description’ van een website worden weergegeven in de zoekresultaten van zoekmachines. Lees ook: 10 SEO tips voor het creëren van een goede meta omschrijving
MySQL: MySQL is een relationeel database management systeem van data waar content, configuratie en andere opties worden opgeslagen.
Open source: Open source is een term die gebruikt wordt om computer programma’s te beschrijven waarvan de broncode voor iedereen zichtbaar is. WordPress is ook open source. Iedereen kan de broncode bekijken, aanpassen en verbeteren. Een open source model zorgt er voor dat software ontwikkelaars sneller fouten (bugs) in hun code kunnen ontdekken en oplossen.
Permalink: Permalink is een afkorting voor permanent link. Het betreft hier de specifieke URL voor een bericht of pagina. Hier kun je lezen hoe je permalinks kunt aanpassen in WordPress.
PHP: PHP (Hypertext Preprocessor) is een programmeertaal die gebruikt wordt om dynamische, interactieve websites te creëren. Lees ook: Wat is PHP in WordPress? en Hoe kun je controleren op welke PHP versie je WordPress site draait?
Ping: Het versturen van een zeer kleine hoeveelheid data naar een eindpunt. In computerwetenschappen wordt ping gebruikt om een respons van een server te krijgen, met als doel de verbinding te testen.
Pingback: Een pingback is niets meer dan een alert dat iemand naar jouw website of content heeft gelinkt. Pingbacks verschijnen in de reacties van WordPress, en bevatten vaak de bron waar de link vandaan komt.
Plugins: Geen Verklarende Woordenlijst voor WordPress beginners zonder plugins! Plugins zijn kleine bestanden die je aan je blog kunt toevoegen om de functionaliteit te verbeteren. WordPress kan zonder plugins ook al een hoop, maar plugins maken dingen vaak net even wat simpeler. Denk bijvoorbeeld aan een plugin waarmee je je Instagram feed aan je blog kunt toevoegen, een contactformulier in een pop-up kunt laten openen, landingspagina’s kunt maken en nog veel meer. Er is overal wel een plugin voor!
Plugin editor: De blok editor in WordPress ken je waarschijnlijk wel; dat is waar je je blogberichten in schrijft. De plugin editor is een eenvoudige tekst editor (te vinden op het WordPress dashboard onder Plugins > Plugin Editor) die gebruikers in staat stelt om plugin bestanden te bekijken en te bewerken. Hier is wel enige voorzichtigheid bij geboden. Om te beginnen worden alle aanpassingen die je aan de core bestanden van de plugin maakt overschreven wanneer je een update voor die plugin installeert. En updates zijn wel noodzakelijk, zeker uit het oogpunt van eventuele kwetsbaarheden. De plugin editor wordt daarom voornamelijk gebruikt door plugin ontwikkelaars om aanpassingen te maken.
Post Editor: Dit is slechts een chique naam voor de plek waar je al je schrijfwerk verricht, onder Berichten. Tegenwoordig bestaan er twee varianten van de Post Editor: de Klassieke Editor en de nieuwere Blok Editor.
Responsive: Een responsive website is in staat zich automatisch aan te passen aan het apparaat waarop de site bekeken wordt. Dat betekent dat de website er zowel op desktop computers en laptops als op tablets en smartphones goed uitziet en gemakkelijk te gebruiken is. Responsiveness is heel belangrijk omdat het merendeel van de internetgebruikers mobiele apparaten gebruikt. Dit is dan ook één van de belangrijkste definities in onze Verklarende Woordenlijst voor WordPress beginners. In dit artikel kun je meer lezen over het belang van responsiveness.
REST API: REST API is een acroniem voor de RESTful Application Program Interface die gebruik maakt van http verzoeken om data te GET, PUT, POST en DELETE. Het is hoe de front-end van een applicatie (een mobiele app of website bijvoorbeeld) met de data-opslag kan communiceren.
Robots.txt: Robots.txt is een tekstbestand dat door je WordPress website gebruikt wordt om instructies te verstrekken aan bots, ook wel web crawlers genoemd. Zoekmachines zoals Google gebruiken die bots om websites te indexeren, te archiveren en te ordenen, zodat ze voor elke zoekterm relevante zoekmachines kunnen weergeven. De meeste bots zijn zo geconfigureerd dat ze automatisch naar een robots.txt bestand op de server zoeken, voordat ze verder kijken naar andere bestanden van die website. Zo weten ze dus meteen of de eigenaar van een website bepaalde instructies heeft met betrekking tot hoe hun site gecrawld en geïndexeerd moet worden. Zo kun je bots via het robots.txt bestand vertellen om specifieke bestanden of mappen te negeren, bijvoorbeeld omdat deze niet relevant zijn voor de categorisatie van de website in zoekmachines.
RSS Feed: RSS (een afkorting voor Rich Site Summary) is een verzameling van web feeds met content die regelmatig geüpdatet wordt. Hierbij kun je denken aan nieuwswebsites en blogs. WordPress heeft ingebouwde RSS feeds voor de volledige website, voor specifieke categorieën of zelfs voor specifieke auteurs. Mensen kunnen zich abonneren op de RSS feed van jouw website, en krijgen dan automatisch jouw nieuwste content in hun RSS reader te zien.
SEO: SEO staat voor Search Engine Optimization, oftewel Zoekmachine Optimalisatie. Dit is een verzamelnaam voor verschillende methodes om je blog te optimaliseren, waardoor je hoger scoort in zoekmachines. Ook dit is een van de belangrijkste termen in onze Verklarende Woordenlijst voor WordPress beginners.
Shortcodes: Shortcodes in WordPress zijn kleine stukjes code die je de mogelijkheid bieden om verschillende dingen makkelijker te doen, zonder dat je direct in de code hoeft te rommelen. Zo kun je bestanden embedden of objecten creëren die normaal gesproken heel wat code zouden vereisen. In dit artikel geven we een aantal voorbeelden van shortcodes.
SSH: Secure SHell – een protocol om veilig verbinding te maken met een remote systeem, als aanvulling op of vervanging van een wachtwoord.
SSL: Secure Socket Layer – Versleuteling van de server naar de browser en terug. SSL zorgt ervoor dat de data die tussen je browser en de server verstuurd wordt niet door anderen bekeken kan worden.
Lees ook: SSL-certificaat installeren op je WordPress site.
State of the Word: State of the Word is het jaarlijkse verslag van WordPress oprichter Matt Mullenweg, tijdens het WordCamp US. Hij bespreekt daar wat WordPress het afgelopen jaar heeft gedaan, waar ze mee bezig zijn, en wat we van de toekomst kunnen verwachten.
Tags: Tags kun je vergelijken met categorieën. Het is een wat specifiekere manier om je WordPress berichten te organiseren. Tags kunnen extreem nuttig zijn, zolang je maar niet 30 nieuwe tags creëert voor elk blogbericht dat je schrijft. Je kunt met tags meer mensen bereiken, maar alleen als je er niet zoveel aanmaakt dat ze hun organisatorische waarde verliezen.
Thema: Een WordPress thema is een verzameling van templates en stylesheets die gebruikt worden om het uiterlijk en de weergave van een WordPress site te definiëren. WordPress thema’s kunnen beheerd worden vanaf het WordPress Dashboard onder Appearance > Themes. Er zijn zowel gratis als betaalde WordPress thema’s verkrijgbaar. Elk thema heeft een eigen ontwerp, layout en functionaliteiten.
URL: Een specifiek webadres op het internet, zoals de URL van een website.
Users: Een groot verschil tussen WordPress en Blogger is dat je bij WordPress meerdere gebruikers aan één blog kunt toevoegen. Dat is erg handig voor bijvoorbeeld blogs waarbij meerdere bloggers bijdrages leveren. Je kunt gebruikers ook rollen geven, zoals guest, author, editor of admin.
UX: UX is een acroniem for User Experience, oftewel gebruikerservaring. Het gaat hierbij om de manier waarop de gebruiker interageert met de interface.
VPS hosting: VPS hosting staat voor Virtual Private Server hosting. Dit soort pakketten bieden ‘virtuele machines’. Het concept van virtualisatie is gelijk aan dat van gedeelde hosting, waarbij meerdere websites op een gedeelde server kunnen draaien. Met VPS hosting is het echter mogelijk om elke account als een aparte machine te behandelen, met zijn eigen middelen en besturingssysteem.
W3C: Het World Wide Web Consortium (W3C) is een internationale community waar aangesloten organisaties, full-time personeelsbestand en het publiek samenwerken om webstandaarden te ontwikkelen.
Widgets: Een widget is een klein blok dat een specifieke functie heeft op je blog. Widgets zijn ontwikkeld om WordPress gebruikers op een simpele, gebruiksvriendelijke manier controle te geven over het ontwerp en de structuur van hun WordPress thema. Je kunt widgets eenvoudig naar een specifieke widget area slepen. Ga in je WordPress Dashboard naar Appearance > Widgets voor een lijst met de beschikbare widgets. Hoewel de traditionele widgets in WordPress binnenkort door blokken vervangen zullen worden, blijven ze voorlopig nog wel ondersteund.
WooCommerce: WooCommerce is een e-commerce oplossing voor WordPress. Het is in feite een platform dat aan je WordPress website gekoppeld kan worden en ervoor zorgt dat je online transacties kunt uitvoeren.
WordCamp: Een WordCamp is een conferentie waar mensen uit de WordPress gemeenschap samenkomen om de kennis die zij hebben opgedaan met elkaar te delen en van elkaar te leren.
WordPress core: De WordPress core is de verzameling met bestanden die je krijgt wanneer je naar wordpress.org gaat en op de “Download WordPress” link klikt; het is WordPress in zijn puurste vorm, zonder toegevoegde thema’s of plugins. Alleen de kern dus! Waarom deze term niet in de Verklarende Woordenlijst mag ontbreken? Je mag geen enkel bestand in de WordPress Core aanpassen; doe je dat wel, dan heb je kans dat je je WordPress website ‘kapot’ maakt.
wp-config.php: Elke nieuwe WordPress installatie bevat een bestand dat wp-config-sample.php heet. Dit bestand moet je aanpassen en hernoemen naar wp-config.php om daadwerkelijk van WordPress gebruik te kunnen maken. wp-config.php is een van de zogeheten WordPress core bestanden. Het bevat informatie over de database, inclusief de naam, de host, de gebruikersnaam en het wachtwoord van een website. Die informatie maakt het mogelijk voor WordPress om met de database te communiceren en gegevens (zoals webpagina’s, blogberichten, gebruikers, instellingen, enzovoorts) op te slaan en op te halen.
WYSIWYG: What You See Is What You Get. Wordt meestal gebruikt in relatie tot editors, waar de veranderingen in de bewerkingsmodus er exact zo uitzien als op de gepubliceerde pagina.
XML-RPC: XML-RPC is een protocol dat gebruikt wordt voor remote publishing, oftewel publiceren op afstand. Het biedt je de mogelijkheid om bijvoorbeeld je blogberichten met Windows Live Writer te schrijven, en je content vervolgens naar je WordPress website te ‘duwen.’ Ook de mobiele WordPress app, die beschikbaar is voor zowel iPhones als Android smartphones, maakt gebruik van XML-RPC. Er zitten nog meer functionaliteiten in, maar het belangrijkste is dat je berichten kunt publiceren zonder gebruik te maken van de WordPress interface.
Mis je nog termen in onze Verklarende Woordenlijst voor WordPress beginners? Heb je zelf nog suggesties? Laat het ons weten in de reacties!
